Op 30 mei 2023 heeft de Eerste Kamer de Wet toekomst pensioenen (Wtp) aangenomen. De Wtp is de nieuwe wet voor pensioen dat je opbouwt via je werkgever. Op 1 juli 2023 is de wet ingegaan. Alle pensioenfondsen in Nederland moeten overgaan op de nieuwe regels voor pensioen. Pensioenfondsen krijgen een paar jaar de tijd om zich aan te passen aan de nieuwe regels.

Sociale partners (vakbonden en werkgeversorganisaties) en pensioenfondsen gaan aan de slag met de nieuwe regels. Zij maken een nieuwe pensioenregeling. Een eerste belangrijke keuze is om gebruik te maken van de flexibele premieregeling of de solidaire premieregeling. De ene regeling biedt wat meer flexibiliteit, de andere regeling geeft wat meer ruimte voor solidariteit.

Bij de meeste pensioenfondsen is al een voorlopige keuze gemaakt voor een van de regelingen. Momenteel beoordelen de sociale partners en de pensioenfondsen hoe ze zo goed mogelijk kunnen overgaan op de nieuwe regelingen. Ze maken bijvoorbeeld afspraken over de manier waarop de pensioenen het beste kunnen worden omgezet naar de nieuwe regels. Hierbij houden ze de belangen van alle deelnemers – mensen die pensioen opbouwen en  mensen die al pensioen krijgen -  goed in de gaten. Dit zijn ze wettelijk verplicht.

De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) beoordelen of pensioenfondsen alle belangen zorgvuldig afwegen. Ook moeten de automatiseringssystemen worden aangepast. Zo bereiden pensioenfondsen zich stap voor stap voor op de nieuwe regels voor pensioen.

Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit de AOW (van de overheid), pensioen dat werknemers opbouwen via hun werkgever en individuele pensioenproducten. Dankzij dit pensioenstelsel is er in Nederland vergeleken met andere landen nauwelijks armoede onder ouderen.

Maar het stelsel sluit niet meer goed aan bij de moderne tijd. Pensioenen mogen niet altijd verhoogd worden, ook niet als pensioenfondsen veel geld hebben. Ook houdt het pensioenstelsel onvoldoende rekening met werknemers die van werkgever veranderen. Daarnaast kennen we de zogenaamde doorsneesystematiek, waarbij jongere werknemers relatief weinig opbouwen ten behoeve van oude werknemers en waartegen de weerstand is gegroeid.

Zo zijn er verschillende redenen om het pensioenstelsel te vernieuwen. De Wet toekomst pensioenen zorgt ervoor dat het pensioenstelsel beter past bij deze tijd. Zo blijft het vernieuwde pensioenstelsel ook in de toekomst een goed stelsel.

Een belangrijke verandering is dat mensen een persoonlijk pensioenvermogen krijgen. Hierdoor krijgen mensen meer inzicht in hun eigen pensioen. Het persoonlijke pensioenvermogen wordt gebruikt voor een levenslange pensioenuitkering.

Een andere verandering is dat een stabiele pensioenpremie het uitgangspunt wordt. De premie zal over de jaren heen minder vaak veranderen. Net als nu leggen de werkgever en de werknemer samen een premie in. Het pensioenfonds belegt vervolgens deze premie. Hierdoor groeit het persoonlijke pensioenvermogen.

Het pensioen hangt daarmee af van de beleggingsresultaten. Met een gezamenlijke buffer zorgt het pensioenfonds ervoor dat het pensioen zo stabiel mogelijk blijft.

Pensioenfondsen hebben een paar jaar de tijd om over te gaan naar de nieuwe regels voor pensioen. Deelnemers, gepensioneerden en werkgevers krijgen pas met de nieuwe regels te maken als hun pensioenfonds overgaat. Sommige pensioenfondsen denken snel klaar te zijn, andere hebben meer tijd nodig. PPF APG verwacht de nieuwe pensioenregels op 1 januari 2025 in te voeren.

De dekkingsgraad van PPF APG is goed op dit moment. We hebben meer zekerheid over de dekkingsgraad op moment dat we eerder dan later overgaan. Ook moeten wij nu btw betalen over de kosten voor vermogensbeheer- en pensioenuitvoeringsactiviteiten. Deze btw-plicht vervalt bij overgang naar de nieuwe regels (van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Dit geeft een besparing van ongeveer € 600.000 per jaar. De datum van overstap is in nauw overleg met onze uitvoerder tot stand gekomen. We houden dus ook rekening met de mogelijkheden van de uitvoerder.

PPF APG gaat vanaf 1 januari 2025 over op de nieuwe regels voor pensioen. Ook jouw pensioen gaat mee naar deze nieuwe regels. Dit heet ‘invaren’. We rekenen precies uit hoeveel pensioen jij op 1 januari 2025 hebt opgebouwd. Dit doen we voor iedereen die van PPF APG pensioen ontvangt, opbouwt of heeft opgebouwd. Je kunt straks altijd zien hoeveel geld er in jouw pensioenpot zit. En je ziet hoe hoog we verwachten dat jouw pensioen wordt. 

Het geld dat over is, wordt ook verdeeld. Dit gebruiken we voor: 

1. Het vullen van de gezamenlijke buffer die we voor tegenvallers gaan gebruiken. We willen dat de buffer gevuld wordt met 5% van het totale vermogen dat we voor de pensioenen in kas hebben. Dit halen we bij een dekkingsgraad van 105%. 
2. Compensatie van groepen mensen voor wie de overgang minder goed uitpakt. Zij krijgen extra geld in hun pensioenpot. Het gaat hierbij vooral om de groep tussen 45 en 55 jaar. 
   - Is de dekkingsgraad meer dan 110%, dan betalen we de compensatie in één keer.
   - Bij een dekkingsgraad tussen 105% en 110% betaalt de werkgever de compensatie. Dit gebeurt dan gespreid in de tijd.
   
3. Het inhalen van niet gekregen pensioenverhogingen in het verleden (inhaalindexatie). Bij een dekkingsgraad op 1 januari 2025 van 117% of hoger, is er ruimte om dit voor een deel te doen.  

Om te voorkomen dat jouw pensioen lager wordt, houden we een gezamenlijke buffer aan: de solidariteitsreserve. Deze buffer zorgt voor een zo stabiel mogelijk pensioen. De gezamenlijke buffer werkt als een soort spaarpot. Als het goed gaat met de economie en de beleggingen stoppen we hier geld in. En als het slecht gaat, halen we hier geld uit. Daarmee vullen we jouw maandelijkse pensioen aan als je straks met pensioen bent. Zo zorgen we dat het pensioen dat je dan elke maand ontvangt zo stabiel mogelijk is.  

Lees hier meer over de buffer.

Op 1 januari 2025 gaan we over op de nieuwe regels voor pensioen. Op dat moment vullen we de gezamenlijke buffer. Dat doen we met zijn allen. Hoever de buffer gevuld wordt, hangt af van de dekkingsgraad op dat moment. We willen ervoor zorgen dat de buffer gevuld wordt met 5% van het totale vermogen dat we voor de pensioenen in kas hebben (het fondsvermogen). Dit halen we bij een dekkingsgraad van 105%. 

Aanvulling van de buffer na de overgang op 1 januari 2025 
Na de overgang wordt de gezamenlijke buffer aangevuld met een deel van het resultaat van de beleggingen. Er mag maximaal 15% van het fondsvermogen in de buffer zitten. Zit er meer dan 15% in de buffer? Dan verdelen we het geld boven de 15% eerlijk en evenwichtig over alle pensioenpotten en de pensioenen van gepensioneerden. Zo levert iedereen een bijdrage aan de buffer en heeft iedereen er voordeel van. 

Lees hier meer over de buffer.

We maken een berekening wat dit voor jou straks betekent. Dit kun je later dit jaar zien in je transitieoverzicht. 
Je krijgt dit transitieoverzicht tegelijk met het UPO (uniform pensioen overzicht).

Net als nu is dit overzicht voorlopig en nog niet definitief. Pas in het nieuwe jaar ontvang je het definitieve overzicht. Wel krijg jij straks meer inzicht in jouw verwachte pensioen en het geld dat in jouw pensioenpot zit.

In de nieuwe regels heb je dekking voor partnerpensioen tot 3 maanden nadat je uit dienst gaat en overlijdt. Dit is in de wet zo geregeld. Ga je eerder dan 3 maanden elders pensioen opbouwen? Dan vervalt de dekking bij PPF APG. Als je een WW- of ZW-uitkering ontvangt, dan heb je ook recht op dekking voor het partnerpensioen. Als de dekking eindigt, kun je ervoor kiezen de dekking te verlengen.. Lees hier meer over partnerpensioen en wezenpensioen: Wat er is geregeld bij overlijden voor je partner of kinderen?

Het geld in jouw pensioenpot beleggen wij voor je, zodat we je pensioen kunnen laten groeien. Lees hier meer: Beleggen in het vernieuwde pensioen.

 In de toekomst zie je je pensioenpot (persoonlijk pensioen vermogen) zolang je nog niet met pensioen bent en jouw verwachte pensioen dat je per maand ontvangt als je met pensioen gaat. Jouw maandelijkse pensioen betalen we straks uit je pensioenpot.
Kijk je vaker naar je pensioenpot, dan zie je dat het geld in je pot meebeweegt met het resultaat van de beleggingen. Jouw verwachte maandelijkse pensioen is stabieler. Dat komt doordat we maatregelen nemen voor een zo solide mogelijk pensioen.

Als je voor je pensioen overlijdt, is er pensioen voor je nabestaanden geregeld. Dat geldt voor jouw partner én voor jouw kinderen. Lees hier meer: wat is er is geregeld bij overlijden voor je partner of kinderen?

Stel dat je arbeidsongeschikt wordt en minder gaat werken of helemaal niet meer kan werken. Dan houd je in de nieuwe pensioenregeling ook recht op een uitkering bij arbeidsongeschiktheid: het arbeidsongeschiktheidspensioen. Dit is een aanvulling op de WIA-uitkering (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen). De hoogte van het arbeidsongeschiktheidspensioen is afhankelijk van de mate waarin je arbeidsongeschikt bent. Zie ook: ziek of arbeidsongeschikt.

Je bouwt pensioen op bij PPF APG, of hebt ergens anders pensioen opgebouwd. Dit pensioen kun je (later) meenemen van PPF APG of (nu) naar PPF APG (dit heet waardeoverdracht). Omdat pensioenfondsen overgaan naar de nieuwe regels voor pensioen, duurt waardeoverdracht soms langer. Zie ook: in of uit dienst.

Als je partner en jij uit elkaar gaan, heeft dit mogelijk gevolgen voor je pensioen. Dat is nu al zo en blijft ook zo in de nieuwe regeling. Lees meer over de gevolgen van uit elkaar gaan in de nieuwe pensioenregeling: wat als mijn partner en ik uit elkaar gaan?

Als je gaat samenwonen is het belangrijk dat je jouw partner aanmeldt bij PPF APG. Dit gebeurt niet automatisch. Je moet zelf je partner bij ons aanmelden. Als je onder de huidige wet als partner werd aangemerkt, is dit ook zo onder de nieuwe pensioenregeling zo lang de relatie blijft bestaan. Het criterium om in aanmerking te komen voor partnerpensioen als ongehuwd samenwonende zonder notarieel vastgelegd samenlevingscontract is het voeren van een gezamenlijke huishouding.  Zie ook: trouwen of samenwonen en je pensioen.

Ga je uit dienst bij je werkgever? Dan stopt jouw pensioenopbouw bij PPF APG. Jouw opgebouwde persoonlijk pensioenvermogen, blijft voor jou staan. Als je met pensioen gaat, krijg je elke maand pensioen uit jouw opgebouwde pensioenvermogen.

Wil je weten wat er straks voor jouw partner en/of kinderen geregeld is als je uit dienst gaat? Zij houden recht op het partner en/of wezenpensioen als je dat hebt opgebouwd tot 1 januari 2025. Ook als je uit dienst bent gegaan. Wat er verder geregeld is voor jouw partner en/of kinderen, hangt ervan af of je al een nieuwe baan hebt of (nog) niet:

Je  gaat uit dienst en je hebt een nieuwe baan
Ga je uit dienst en via een nieuwe werkgever pensioen opbouwen bij een (ander) pensioenfonds? Dan stopt de dekking voor het partner en/of wezenpensioen bij PPF APG. Jouw partner en/of kinderen kunnen zich wenden tot je nieuwe pensioenfonds voor een partner- en wezenpensioen als je overlijdt. In de pensioenregeling van je nieuwe fonds zie je wat er geregeld is voor je partner en kinderen.

Je gaat uit dienst en je hebt (nog) geen nieuwe baan
De dekking voor het partner en/of wezenpensioen loopt dan nog maximaal drie maanden door bij PPF APG. Daarna kun je ervoor kiezen om de dekking voor het partner en/of wezenpensioen maximaal drie jaar of tien jaar als je zelfstandig ondernemer bent, vrijwillig voort te zetten. De premie hiervoor brengen wij in mindering op jouw persoonlijke pensioenvermogen. Daardoor blijft er in jouw persoonlijk pensioenvermogen minder geld over voor je eigen pensioen. 
Krijg je een WW-of ZW-uitkering? Dan loopt de dekking voor het partner en/of wezenpensioen door zolang je de uitkering krijgt. 

 Ja. De premie blijft gelijk als we overgaan naar de nieuwe regels voor pensioen. Je gaat dus niet méér betalen doordat de regels veranderen. Je betaalt ongeveer 1/3 van de premie en jouw werkgever betaalt 2/3. Dat blijft ook zo na 1 januari 2025.

Vrijwel iedereen krijgt te maken met de nieuwe regels voor pensioen. Mensen die nu pensioen opbouwen via hun werkgever, mensen die pensioen in het verleden hebben opgebouwd en ook mensen die al met pensioen zijn. 

Het is de bedoeling dat mensen als ze met pensioen gaan maximaal 10% van hun pensioenvermogen als bedrag ineens kunnen opnemen. De nieuwe pensioenkeuze gaat naar verwachting in vanaf 2025.  

Om te voorkomen dat jouw pensioen lager wordt, houden we een gezamenlijke buffer aan: de solidariteitsreserve. Deze buffer zorgt voor een zo stabiel mogelijk pensioen.   
De gezamenlijke buffer werkt als een soort spaarpot. Als het goed gaat met de economie en de beleggingen stoppen we hier geld in. En als het slecht gaat, halen we hier geld uit. Daarmee vullen we jouw maandelijkse pensioen aan als je straks met pensioen bent. Zo zorgen we dat het pensioen dat je dan elke maand ontvangt zo stabiel mogelijk is.  

Lees hier meer over de buffer.

• Met de nieuwe regels is het mogelijk om ook voor overlijden na je pensionering een wezenpensioen te regelen. Dit is 14% van het ouderdomspensioen. Als de wees geen ouders/verzorgers heeft (volle wees) is dit 28%.
  
• In de huidige pensioenregeling is er geen partnerpensioen na pensioneren. Dit blijft zo.
• Het partnerpensioen en het wezenpensioen dat je hebt opgebouwd vóór 1 juli 2021 blijven wel bestaan.

 Zie ook: wat er is geregeld bij overlijden?

Als je partner en jij uit elkaar gaan, heeft dit mogelijk gevolgen voor je pensioen. Dat is nu al zo en blijft ook zo in de nieuwe regeling. Lees meer over de gevolgen van uit elkaar gaan in de nieuwe pensioenregeling: Hier lees je hoe dat zit als je al met pensioen bent:
uit elkaar gaan in de nieuwe pensioenregeling.

Sociale partners (vakbonden en werkgeversorganisaties) en pensioenfondsen bepalen samen wat voor hun deelnemers, gepensioneerden en werkgevers de beste afspraken zijn. Werkgevers en werknemers zijn ook vertegenwoordigd in het bestuur van PPF APG. Ook kijken vertegenwoordigers van deelnemers, gepensioneerden en werkgevers mee, bijvoorbeeld in het Verantwoordingsorgaan.

Vanaf 1 januari 2024 is er een onafhankelijke geschillencommissie, waar deelnemers en gepensioneerden terechtkunnen met klachten. Bijvoorbeeld als ze het niet eens zijn met de gegevens die gebruikt zijn bij de berekening van hun persoonlijke pensioenvermogen. Deelnemers en gepensioneerden kunnen zelf bepalen of ze een bindend of een niet-bindend advies willen van de geschillencommissie. Een bindend advies staat vast. Wie kiest voor een niet-bindend advies, heeft de mogelijkheid om de zaak voor te leggen aan rechter.