Sociale partners hebben afgesproken de huidige pensioenregeling over te hevelen naar het vernieuwde pensioenstelsel (dit noemen we een AS-IS transitie). Dit betekent dat alle pensioenaanspraken en ingegane pensioenuitkeringen worden ingevaren en waar mogelijk aansluiten bij de huidige pensioenregeling.
In het vernieuwde pensioenstelsel blijft er sprake van collectief beleggen en van risico’s solidair delen. Wat wel verandert, is dat alle deelnemers een eigen ‘persoonlijk pensioenvermogen’ krijgen. Dit persoonlijk pensioenvermogen krijgt elke maand rendement toebedeeld en beweegt mee met de stand van de economie. Er is geen dekkingsgraad meer. Wel blijven er collectieve reserves om risico’s met elkaar te delen. Alle huidige pensioenaanspraken en -uitkeringen verhuizen mee naar het vernieuwde pensioenstelsel en worden omgezet in een persoonlijk pensioenvermogen.
Over de ambitie en regeling is het volgende overeengekomen:
1. Premie. Uitgangspunt voor de nieuwe pensioenregeling is dezelfde premie als voor de huidige pensioenregeling. De huidige pensioenpremie is gesteld op 27% van de pensioengrondslag. Het afgesproken premieplafond blijft conform huidige CAO 29,5% van de pensioengrondslag.
2. Pensioendoel. Een minimaal pensioendoel van 55% van de laatste pensioengrondslag (70% laatst verdiende loon inclusief AOW) en een minimale haalbaarheidskans van 65% hierop. Dit pensioendoel en de haalbaarheidskans sluiten aan bij de huidige ambitie en kans hierop van onze pensioenregeling.
3. Inhoud pensioenregeling.
- Het partner- en wezenpensioen blijft op risicobasis (vóór pensionering). Hierbij is het partnerpensioen gelijk aan 30% van het laatst verdiende loon. Met betrekking tot het wezenpensioen wordt een verbetering doorgevoerd. Deze zit in de verhoging van de uitkering van 7% naar 12% van het laatstverdiende loon.
- Voor al opgebouwde partnerpensioenaanspraken geldt dat deze aanspraken ongewijzigd worden overgeheveld (eerbiedigende werking) naar een persoonlijk pensioenkapitaal.
- De dekking van het arbeidsongeschiktheidspensioen en de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid wijzigen in de basis niet. Deze worden voortgezet onder de regels van het vernieuwde pensioenstelsel.
- Net als in de huidige regeling heeft de deelnemer op het moment van pensionering de mogelijkheid om (een deel van) het persoonlijk pensioenvermogen te gebruiken voor partnerpensioen of andere flexibiliseringsmogelijkheden.
- De netto pensioenregeling bij PPF APG (de regeling om -in het kort- vrijwillig bij te sparen boven het fiscale maximum) zal worden beëindigd per 31 december 2024. Voor bestaande deelnemers wordt een oplossing gezocht.